Lionel LHOTE
werd geboren te Bossu op 24 april 1974 als zoon van een zangersechtpaar. Hij begon zijn muziekstudies aan de Muziekakademie van Bouverie-Frameries. Onder de leiding van zijn vader begint daar de vorming van zijn stem als bariton.
In 1995 begint hij zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium van Bergen waar hij, in juni 1996, de eerste prijs operazang behaalt als leerling van Marcel VANAUD. In 1997 behaalt hij de eerste prijs Lyrische Kunsten onder de leiding van Jacques LEGRAND. Intussen beëindigt hij zijn zangstudies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel waar hij de eerste prijs Concertzang en het hoger diploma van Operazang, behaalt met grootste onderscheiding.
Na een auditie aan de Opera van Luik werd hij aangeworven voor enkele stukken zoals “Hoffmann’s vertellingen” en “Don Carlo”.
In 1998 werd hij aangeduid als Belgisch vertegenwoordiger van de Jonge Ambassadeurs van de Lyrische Kunst voor een reeks concerten in Canada. Het is daar in Montreal en Ottawa dat hij opgemerkt wordt door de intendant van het theater in Giessen, Duitsland, die hem een contract van twee jaar aanbiedt als solist. Hij debuteerde op 2 oktober 1999 in de titelrol van “Faust” van SEHOR.
In juli 1999 wordt hij door de jonge Duitse muziekliefhebbers gevraagd de rol van Prins Ottokar te vertolken in de “Freischütz” van WEBER, en dit ter gelegenehid van het festival van Weikersheim.
In het theater van Giessen speelde hij in 2000 en 2001 volgende rollen:
Faust van SEHOR: rol van Faust
Dido and Aeneas – PURCELL: rol van Aeneas
Haensel und Gretel –HUMPERDINCK: rol van de vader
L’ attaque du moulin – BRUNEAU: rol van Merlier
De Barbier van Sevilla – ROSSINI: rol van Figaro
In juni 2002 bracht hij de rol van Mathieu in “André Chénier” van GIORDANO in de opera van Luik.
In november 2002, toerde hij door heel Frankrijk voor een serie van 24 voorstellingen van “La Traviata” van VERDI in de rol van Germont.
In maart 2003 stond hij op de planken in het theater van Erfurt in de rol van
tsaar uit “Zar und Zimmerman” van LORTZING.
In april 2003 herneemt hij de rol van Germont in “La Traviata” van Verdi in het theater van Aken.
Sedert oktober 2003 vertolkt hij de rol van Scarpia uit “Tosca” van PUCCINI
in Aken.
Tijdens een auditie in het Centre de Promotion Lyrique (Studio de la Bastille te Parijs) eindigde hij bij de 17 finalisten die na 3 sessies geselecteerd werden uit een 300-tal
kandidaten in aanwezigheid van van 40 operadirecteurs. Als gevolg daarvan heeft hij reeds een contract op zak om in 2004 de rol van Blauwbaard te spelen in “Ariane en Blauwbaard” van DUKAS in de Opera van Antwerpen.
Anderzijds kreeg hij een aanbieding van de Opéra de Wallonie om in 2005 de rol van Fra Melitonne te spelen in “La Forza del Destino” van G. Verdi, en van het theater van Erfurth voor “Paillasse” van Leoncavallo.
In 2004 is ook een serie van 11 voorstellingen van “Midzomersnachtsdroom” van BRITTEN voorzien in het Munttheater te Brussel (rol van Starveling)
Als operabariton voelt hij zich bijzonder aangetrokken tot de werken van Mozart zonder zijn spontane sympathie voor het Franse en Italiaanse repertoire te verliezen. Marcel in “La Bohème”, Sharpless in “Butterfly”, Valentin in “Faust”, Guglielmo in “Cosi fan Tutte”, de graaf in “Les Noces de Figaro”, Figaro in “De barbier van Sevilla”, Lord Enrico Ashton in “Lucie de Lammeroor” en Doctor Malatesta in “Don Pasquale” zijn rollen die zeer goed bij de stem van een 29-jarige bariton passen. In elk geval, behoort ook de Marquis de Posa in “Don Carlos”, een minder zware VERDI, tot de huidige mogelijkheden.
In het Paleis Schone Kunsten verliep tussen woensdag 12 mei en
zaterdag 15 mei 2004, de finalewedstrijd Koningin Elisabeth
voor zang. Slechts 2 Belgen mochten aan de finale deelnemen
; Lionel was één van de 12 laureaten. Hij won de 6de prijs, de prijs van de stad Brussel.
Samen met de andere Belg Shadi Torbey (3de prijs) is dit het beste
resultaat dat ons land ooit haalde.
Zijn performance had zonder enige twijfel een grote impact op het publiek.
